dinsdag 16 februari 2016

Verwerkingsopdracht 8 - Het diner


Boek: Het diner
Schrijver: Herman Koch

Argumentatie bij Het diner

Dit boek raad ik aan bij mijn klasgenoten omdat:

Er zit een heel goed verhaal in dit boek. Tenminste, dat vind ik. Het loopt snel door, niet al te moeilijke woorden en je bent benieuwd hoe het gaat aflopen met Michel. Ik kon nou niet echt een goed beeld krijgen van Michel, want hij is tenslotte niet de hoofdpersoon. De hoofdpersoon is Paul, de vader van Michel. Het is leuk om de relatie tussen hem en zijn zoon te lezen. 

Daarnaast, vond ik dit boek het leukste boek wat ik in havo 5 heb gelezen. Dat komt omdat het boek met de tijd van nu is verbonden. Sonny Boy was een boek geschreven vanuit de oorlogsvisie. Dan heb ik nog Erik of het klein insectenboek gelezen en dat was erg onrealistisch. Het diner daarentegen was wel realistisch en dus op de tijd van nu gebaseerd. Dat is fijn om te lezen, want dan herken je je in sommige situaties. Bijvoorbeeld dat het logisch is dat je liever niet hebt dat je vader (of natuurlijk je moeder) in jou mobiele telefoon kijkt. Geheel hoofdstuk 19 gaat daar namelijk over. De vader kijkt in de telefoon van Michel. Dat vind ik eigenlijk niet kunnen. Maar in deze situatie moest het wel. 

Daarnaast vond ik de titel heel erg toepasselijk op de tekst van het boek. Het boek is verdeeld in de stappen die je bij een diner afgaat. Bijvoorbeeld het voorgerecht, hoofdgerecht en een nagerecht. Dit maakt het boek overzichtelijk. In de hoofdstukken zijn ook flashbacks, die jou als lezer wat extra informatie geven, zodat jij het boek beter snapt. 

Kortom, door de goede structuur in het boek, het goede verhaal in dit boek en de schrijfstijl gebaseerd op de tijd van nu, zo rond 2015/2016, is dit een boek wat erg aan te raden is bij klasgenoten. Het klinkt als eerste gedachte als een saai boek, want je denkt dat het over een diner gaat, die misschien wel niet lekker is of dat er tijdens een diner niet goed wordt bediend, maar nee, het is heel wat anders. Dat is verrassend, en dat maakt het alleen maar leuker.



maandag 15 februari 2016

Verwerkingsopdracht 7 - Erik of het klein insectenboek


Boek: Erik of het klein insectenboek
Schrijver: Godfried Bomans

Argumentatie bij Erik of het klein insectenboek

Dit boek zou ik zeer aanraden bij mijn klasgenoten, omdat:

Ten eerste is dit boek aantrekkelijk voor mensen die niet van actie en romantiek houden. Er zit weinig tot geen angstige momenten in dit boek. Het 'engste' was nog wel dat Erik bijna opgegeten werd door een spin in zijn droom (blz. 132) Ik heb trouwens het boek gelezen met extra grote letters, dit omdat er in de bibliotheek niet meer een boek beschikbaar was met normale letters. 

Daarnaast leest het boek vrij snel. Je wilt namelijk weten of Erik weer uit het schilderij komt, wat hij had gedroomd. In de laatste paar bladzijden wordt duidelijk dat hij helemaal niet in het schilderij is geklommen, maar dat hij alles gedroomd heeft. Er zit dus een grote spanningsboog in dit boek, want het begint al in het begin dat je leest dat hij in een schilderij is geklommen. Dit bleek dus achteraf (laatste paar bladzijden) niet waar te zijn. 

Ook zitten er weinig moeilijke woorden in het boek. Veel zinnen beginnen met: 'Nu,....' Dat komt waarschijnlijk omdat het al een wat ouder boek is. En als er dan moeilijke woorden in het boek staan, dan maakt het niet uit of je die woorden nou kent of niet. Je snapt het verhaal wel. 

Ik vond het op zich dus wel een leuk boek om te lezen. Ik was blij dat het maar een droom was, want als het boek eindigde met dat hij de lijst van het schilderij had gevonden en er 'gewoon' weer was uitgeklommen, dat het boek wel onrealistisch was. 

Ook is het natuurlijk aantrekkelijk dat het boek relatief gezien niet heel erg dik is, en dat is erg in trek bij een aantal klasgenoten.

Kortom; dit boek is geschikt voor mensen die niet van actie en romantiek houden, kleine boekjes willen lezen en het leuk vinden om een beetje onrealistisch te gaan denken.

maandag 8 februari 2016

Verwerkingsopdracht 6 - Sonny Boy



Boek: Sonny Boy
Schrijfster: Annejet van der Zijl

Argumentatie bij Sonny Boy

Ik zou Sonny Boy zeker aanraden aan mijn klasgenoten.
Dit heeft zo zijn redenen.

Het boek begint bij een hoofdstuk dat heet 'De rivier' (blz. 9). In dit hoofdstukje gaat het over Waldemar die eigenlijk 'leeft' van de rivier. Hij zou ontzettend graag willen zwemmen in de rivier. Hij kan ook heel erg goed zwemmen. Het laatste hoofdstukje gaat over 'De zee' (blz. 201). Dit hoofdstuk sluit ontzettend goed aan bij het begin van het boek. Dit hoofdstukje gaat namelijk over dat Waldemar van de brandende boot gaat en voor zijn leven gaat zwemmen. Hij kon namelijk, zoals je kon lezen in het eerste hoofdstukje, ontzettend goed zwemmen. Helaas werd hij net voor de kust, nadat hij kilometers gezwommen had, doodgeschoten. 

Daarnaast heeft het boek leuke illustraties waarmee je een beetje een beeld van het waargebeurde verhaal krijgt. Er bestaat ook een film van dit boek. Die heb ik ook gezien. De film was al ontzettend mooi, dus dat moest het boek ook wel zijn. De illustraties zijn te vinden na blz. 96 en blz. 160. 

Ook is dit boek erg gerelateerd aan de Tweede Wereldoorlog. Wie niet van de diepe details houdt van de Tweede Wereldoorlog moet dit boek maar niet gaan lezen. Een groot gedeelte van dit boek gaat over die oorlog namelijk. Ook van de periode voor de Tweede Wereldoorlog. Ik houd niet heel erg van geschiedenis, want als ik namelijk iets lees wat over de geschiedenis gaat dat gaat het het ene oor in en het andere oor weer uit, bij wijze van spreken. Het eerste deel van het boek vond ik dan ook niet veel aan. Maar ik vond het wel heel erg interessant om te lezen hoe het met Waldemar en Rika verliep tijdens en na de Tweede Wereldoorlog. Omdat ik de film had gezien, wist ik dat ze beide dood gingen aan het eind van het boek. Voor mij zat er dus weinig spanning in het boek. Ook werd het boek in een ik-perspectief geschreven, wat het niet bepaald persoonlijk maakt. Ik houd meer van boeken die in een ik-perspectief zijn geschreven. Wie hier wel van houd moet dit boek zeker weten lezen.

Daarentegen viel mij wel op dat er moeilijke woorden in het boek staan. Bijvoorbeeld: joyeuze (blz. 106), provocerend (blz. 146), maîtresse (blz. 61). Maar dit zal waarschijnlijk komen omdat dit al een wat ouder boek is. Je merkt echter niet dat deze woorden hinderen, want het verhaal zelf snap je echt wel. 

Dit boek is dus zeker aan te raden aan klasgenoten. Het is een mooi geschreven boek en je leest er vrij snel doorheen, ondanks de wat moeilijkere woorden.


donderdag 14 mei 2015

Verwerkingsopdracht 5 - Het gym


Boek: Het gym
Schrijfster: Karin Amatmoekrim

Mening over dit boek: Dit boek heb ik vorig jaar gelezen, en zoveel als ik me kan herinneren, vond ik dit een leuk boek. In het verslag van vorig jaar had ik geschreven dat ik o.a het boek een makkelijk boek vond door de chronologische tijdsvolgorde. Ook vond ik het wel fijn dat dit een boek is, wat zeer realistisch is. In tegenstelling tot de andere boeken is dit een wat makkelijker boek van wat ik heb gelezen.

Samenvatting: De 12-jarige Sandra Spalburg woont in Zeewijk, laten we zeggen een wat minder rijke wijk in de buurt van Beverwijk. Ze is erg goed op school en na de vakantie gaat zij als enige van haar wijk en school naar het gymnasium. Ze is dus echt een buitenbeentje. Haar ouders zijn van Surinaamse afkomst: haar moeder doet niet veel anders dan televisiekijken en haar vader heeft een scharrel. Af en toe komt hij thuis om haar moeder te verwennen en het valt Sandra op dat haar moeder dan altijd wel een betere bui heeft. Haar vriendinnen in de wijk zijn Chantal en Tanya. Chantal heeft al veel ervaring met tongen, maar Sandra niet: ze heeft ook nog bijna geen borsten. In de zomervakantie bezorgt ze kranten, maar erg goed doet ze het niet en ze moet ook nog het geld afdragen aan haar moeder. Ze gaan ook niet op vakantie, maar wel met vriendinnen naar het strand. Chantal experimenteert daar wel met jongens. Aan het einde van de vakantie moet ze met haar moeder de boeken van school ophalen. Haar moeder gaat als enige ouders cash het boekengeld betalen, de anderen hebben het geld overgemaakt. De eerste schaamte komt dan al over Sandra. De dag voor de lessen beginnen gaan moeder en Sandra naar de Zwarte Markt in Beverwijk om twee goedkope jeans te kopen.

Op de eerste dag op school komen er toch al een aantal meisjes met haar praten, hoewel ze een buitenbeentje is. Zo zijn er Nienke en Jojanneke. Sandra valt wel op tussen de anderen: kleding is goedkoper, ze heeft een omafiets en geen geld om ijsjes e.d te kopen. Sommige jongens en meisjes zijn echte “kakkers.”
De leraar Nederlands Vurings doet erg cynisch, is vreemd, maar valt daardoor ook wel meer op en een beetje uit de toon. Toch is hij best populair.
Er is op school voorlopig één knul die erg vervelend doet. Hij heet Bart Willink en maakt vervelende en racistische opmerkingen o.a. over Turken en negers. Sandra neemt de handschoen op en is niet bang voor hem. Er is ook een andere jongen in de klas die Dirk Jan Brouwer heet, maar die is wel erg aardig voor haar en zij raakt in stilte een beetje verliefd op hem. Ze gaat ook auditie doen voor het schooltoneel, al weet ze niet wie Goethe is. Maar ze krijgt een rol in “Faust”, als God. Het is maar een klein rolletje, maar toch hoort ze er weer een beetje bij. Haar moeder vindt het maar niets, dat toneelgedoe.
Ze gaat een keer met vriendinnetje Nienke mee naar huis. Ze mag van haar moeder blijven mee-eten, ook al zijn er te weinig gehaktballen. Wanneer de moeder van Nienke haar thuis wil brengen, laat ze zich ver uit de buurt van haar huis afzetten. Ze schaamt zich voor haar eigen buurt. Tijdens een excursie naar een museum maakt Bart weer vervelende opmerkingen over negers. De andere kinderen durven weinig te zeggen.
Toch wil Sandra er meer bij horen en ze wil graag een B-versie van het merk Levi’s. Haar vader (die rijker is) komt toevallig weer eens langs en ze maakt gebruik van de gelegenheid om een broek aan hem te vragen. Hij kost zestig gulden en dat is veel geld voor haar moeder. Haar vader belooft de broek te geven, maar als hij de volgende morgen weer weg is, heeft hij geen geld achtergelaten.
Door leraar Nederlands, Vurings, wordt ze enthousiast gemaakt voor boeken. Zij leent ze uit de bieb, maar dat vindt Vurings maar raar. Boeken moet je kopen. Sandra leest boeken die zich allemaal afspelen in de hoofden van de personages, eigenlijk maar saai.
Als ze zelf een opstel moet schrijven, doet ze eigenlijk hetzelfde: ze schrijft een verhaal over een eenzame man die het verhaal vooral beleeft in zijn hoofd.
Maar dan is er vlak voor de kerst een brugklasfeest. Ze mag er naar toe van haar moeder en ze gaat met haar vriendinnetjes. Gelukkig is Dirk Jan er ook en wanneer de slijmnummers komen, gaat hij met haar dansen.
Ze raakt op dat moment echt verliefd op hem. Aan het einde van de avond wil hij haar wel thuisbrengen met zijn vader, maar Sandra schaamt zich en zegt dat ze ook wordt opgehaald. Laat in de avond moet ze geheel alleen fietsen naar de arme wijk. Haar moeder slaapt als ze thuis komt.
Kort daarna is het kerst: ze kopen een niet al te dure boom. In de familiekring zegt Sandra’s moeder dat haar vader wil zal terugkeren en zijn andere vrouw zal verlaten. Sandra is in de vakantie ook jarig. Ze hoopt vurig op een nieuwe fiets, zodat ze niet meer opvalt tussen haar klasgenoten, maar het wordt een goud armbandje, een erfstuk van haar oma. Ze vindt er niks aan.
Vlak voor Oudjaar bezoekt ze Chantal: die heeft een kermisjongen ontmoet met wie ze seks heeft. Plastisch beschrijft ze hoe dat is gegaan. Sandra schrikt er zelfs van. Daarna kijkt de jongen Chantal niet meer aan en een dag later zoent hij alweer met een ander. Het is voor de lezer duidelijk dat Chantal erin getuind is. Om toch een beetje indruk te maken zegt Sandra tegen Chantal dat ze van school gaat: het is veel te moeilijk. Het is gewoon een leugen, die later nogal wat ellende veroorzaakt. Eerst moet Sandra ontkennen dat ze het gezegd heeft wanneer haar moeder ernaar vraagt. Daarna vindt Chantal dat ze voor leugenaar is gezet. Ze zit nu tussen twee vuren: ook in haar eigen wijk wordt er niet zo leuk meer over haar gedacht: ze hoort niet meer tot OSM (ons soort mensen)

Op school zijn er juist dingen die goed gaan. Van Dirk Jan krijgt ze een prachtige Parkerpen met inscriptie voor haar verjaardag. Van Vurings krijgt ze een 9 voor haar opstel over de eenzame man en ze mag ook komen op een verjaardagsfeestje van Renske. Het is een heel groot huis en opnieuw schaamt Sandra zich voor haar afkomst.
Bart Willink blijft vervelend doen: hij wil zelfs in de leerlingenvereniging en houdt een vlammende toespraak. Hij blijft haar op school pesten met racistische opmerkingen over Turken en negers. Daar baalt ze van en ze zint op wraak.
Intussen is het schooljaar aardig gevorderd en komt er een voorstelling van het schooltoneel. Het is een moderne opvoering van Faust met veel bloot en seks en haar moeder kan dat niet zo waarderen. Die praat weer over vreemde Nederlanders die dit allemaal goed vinden. Haar vader is intussen weer weggegaan met medeneming van al zijn spullen.

Bij handvaardigheid loopt de leraar even weg uit het lokaal. Bart grijpt de kans om Sandra door middel van een tekening opnieuw te beledigen. De klas vindt nu ook dat hij te ver gaat. Sandra besluit hem nu een lesje te leren. Ze bespreekt met Tanya hoe ze dat het beste kan doen en ze krijgt het advies hem een knietje in zijn kruis te geven. Bij de aardrijkskundeles is het zover: Bart komt te laat en in een volle klas gaat Sandra haar gang: ze schopt hem in zijn kruis en trapt ook nog enkele keren na wanneer hij huilend op de grond valt. Natuurlijk moet ze naar de rector en ze wil Bart nog niet eens verraden, maar dan komen er meisjes uit haar klas bij de rector om te vertellen wat Bart heeft geflikt. De rector stelt zich op achter Sandra en Bart wordt voor drie weken geschorst vanwege zijn racistische houding die ze op Het Gym niet accepteren. Tanya vindt het aan de ene kant wel leuk dat Sandra zo daadkrachtig heeft gehandeld, maar er is ook iets van jaloezie op de andere vriendinnen van Sandra.
Na de zoenpartij met Dirk Jan heeft ze hem steeds ontlopen. Toch weet ze dat hij wel wat voor haar voelt. Na het uitdelen van de rapporten (ze heeft een mooi rapport en gaat over) wil hij haar naar huis brengen, maar weer uit schaamtegevoel zeikt ze hem af. De boodschap is nu duidelijk. Ze wil hoewel ze verliefd is het standsverschil niet overbruggen.
Wel wordt ze uitgenodigd op een hockeyfeestje van Renske, waar haar vriendinnetjes al drinken en roken. Ook experimenteren ze met zoenen en een beetje vrijen. Van Renske hoort Sandra dat Dirk Jan op het toilet een ander meisje staat te zoenen. Dan komt er een vreemde jongen op haar af en ze zoent met hem voor de eerste keer. Sandra is zijn eerste bruintje, die nogal geil zijn denkt de jongen. Kort daarna vertrekt ze op de fiets naar huis. Alleen.

Opdracht:
Deze opdracht heb ik vorig jaar gemaakt. Je moest een argumentatieschema maken.

Standpunt: Ik vind dat dit boek een prijs verdient want
Hoofdargument
1. Het is duidelijk waar het verhaal zich afspeelt, namelijk in Nederland (structureel argument)
2. Het is een makkelijk boek om te lezen vanwege de chronologische volgorde en de structuur in het boek. Er wordt wel eens een gedeelte overgeslagen dat maakt het iets lastiger om te lezen. Door verder te lezen kom je erachter waar en wanneer het zich afspeelt (structureel argument)
3.Het verhaal komt waarheidsgetrouw over vanwege de dingen die de schrijver heeft geschreven (realistisch argument)
4. Door het hele verhaal heen krijg je steeds meer medelijden met Sandra (emotivistisch argument)
5. Dit boek is dus erg realistisch geschreven dus je leest dingen die nu kunnen. De dingen die de schrijver schrijft die worden duidelijk uitgelegd maar niet dat het lezen er niet prettiger van wordt. (moreel argument)
6. Ik vind dat dit een goed verhaal is omdat het eigenlijk geschreven is voor achtste groepers. Die kinderen kunnen zich dan een klein beetje voorbereiden op hun volgende jaar. De schrijver vertelt die dingen wel goed (intentioneel argument)
7. Als ik een eerste klasser zou zijn dan had ik meer aan het verhaal gehad, maar nu was het op zich ook nog wel leuk om te lezen. De stijl van de schrijver bevalt me wel, ik vind het een mooi boek. (esthetisch argument)
Subargument
1.1  want er staat door het hele boek heen dat het in Nederland afspeelt en niet bijvoorbeeld in Suriname, waar de hoofdpersoon vandaan komt.
2.1 want door het hele boek vind je      nergens een stukje waar het terugwijst in  de tijd.
2.2 want de structuur in het boek zijn korte hoofdstukken die in het perspectief van Sandra zijn geschreven
2.3 want dat lees je bijvoorbeeld op bladzijde 64 en 65 waar het verhaal ineens overspringt naar op school.
3.1 want zoals je kan lezen gaat het hele boek over 1 schooljaar + zomervakantie, waarin in het gedeelte van de zomervakantie wordt geschreven over de stress voor het voortgezet onderwijs (van groep 8 naar klas 1) ik denk dat iedere groep 8’er daar wel last van heeft.
4.1 want ze wordt gepest door Bart Willink omdat ze een andere kleur heeft dan een gewone Nederlander. Op bladzijde 207 kun je lezen dat iemand nepkakker bij Sandra op de muur had geschreven en wat later blijkt dat Bart dat had gedaan.
5.1 want de schrijver schrijft bijvoorbeeld op bladzijde 131 Sandra wordt gezoend door Dirk Jan. Dat wordt niet als een sappig verhaaltje geschreven maar gewoon dat ze een kus kreeg.
6.1 want de schrijver schrijft bijvoorbeeld over de eerste kus, de zware boekentas, het fietsen naar school, e.d. Allemaal dingen die met de eerste klas te maken hebben en wat er allemaal nieuw komt. Dit gebeurt niet specifiek op 1 bladzijde maar door het hele boek heen.
7.1 want ze schrijft realistische gebeurtenissen die je nu ook nog wel eens meemaakt (in de vierde klas dan)


zaterdag 11 april 2015

Verwerkingsopdracht 4 - De passievrucht



Boek: De passievrucht
Schrijver: Karel Glastra van Loon

Mening over dit boek:Dit boek is even heel wat anders dan verdwijningen en moorden. Het boek is een roman. Ik vond het best wel een leuk boek, behalve het taalgebruik. Dat had wat mij betreft wel wat minder 'grof' gemogen. Verder vond ik dat er een goed en mooi verhaal in zat, en dat het spannend was tot aan het eind. De andere boeken die ik heb gelezen dit jaar, vond ik wat leuker.

Samenvatting:Op een dag komt Armin Minderhout erachter dat hij lijdt aan het syndroom van Klinefelter, een afwijking van de geslachtschromosomen. Als je dat hebt, ben je je hele leven onvruchtbaar. Dit komt als een grote schok voor Armin want hij heeft een zoon van 13 jaar! Zijn hele leven wordt overhoop gegooid. Alles waar hij in geloofde, blijkt één grote leugen. Wat er nog bij komt, is dat hij niet aan de moeder van Bo (Monika) om verduidelijking kan vragen want die is namelijk al tien jaar dood. Armin weet zich geen raad, evenals zijn partner Ellen, destijds Monika’s beste vriendin. Hij besluit het voor Bo te verzwijgen. Armin gaat op zoek naar de biologische vader van Bo. Armin gaat confrontaties aan met de mogelijke ‘daders’. Alsof het nog allemaal niet genoeg is, verslechtert de relatie met hem en Ellen. Ze zullen nooit samen kinderen kunnen krijgen. Dan besluit Armin, Ellen een tijdje te verlaten en alleen met zijn ‘zoon’ op vakantie naar Ameland te gaan. Ameland roept veel herinneringen op bij Armin. Hij ging daar vaak heen samen met Monika. Bo is dol op Ameland en haar natuur, net als Armin. Om daar even tot rust te komen leek hen dus een prima idee. Maar daar krijgen ze zo’n knallende ruzie dat Armin het uiteindelijk toch allemaal aan Bo vertelt. Op een heel ontactische manier. Wanneer Armin en Bo weer terug zijn van Ameland sterft de vader van Armin. Als Armin het huis van zijn vader opruimt komt hij een briefje van Monika tegen waarop staat: 'Ik ben zwanger, M.’ Dit zegt genoeg voor Armin. Maar ondertussen geeft Ellen een brief aan Bo van Monika waarop staat wie zijn echte vader is. Ellen heeft het dus al die tijd geweten. 


Deze samenvatting komt van: http://www.scholieren.com/boekverslag/46731


Opdracht (interview met schrijver):

Karel Glastra van Loon (1962-2005)















Karel was een zeer succesvolle Nederlandse schrijver. Hij schreef niet alleen, hij deed ook ander werk. Redacteur, bijvoorbeeld. In 2005 verloor Nederland een bijzondere man. 

Je leven met meerdere beroepen, hoe vond je dat?

'Ik vond het fantastisch. Ik ben onder andere schrijver geweest. Ik heb veel boeken geschreven, onder andere De passievrucht, dat werd bekroond met de Generale Bank Literatuurprijs van 1999. Het boek is vertaald in veel talen en is inmiddels verfilmd. Naast De passievrucht heb ik ook boeken geschreven als Vannacht is de wereld gek geworden, Lisa's adem , De onzichtbaren, Ongeneeslijk optimistisch, De liefde komt altijd te laat, en ga zo maar door. Meer boeken vind je op de site http://www.schrijversinfo.nl/glastravanloonkarel.html. Het waren drukke jaren, ik had veel te doen.
Zoals ik dus al vertelde was ik niet alleen schrijver. Ik vertaalde en bewerkte het televisieprogramma The Simpsons. Ik schreef ook wel colums voor o.a. Libelle en Margriet
Ik was ook redacteur. Onder andere van: Karel, Lolapaloeza, Hagens, Het Laatste Woord, Haenen voor de Nacht, Lopende Zaken. Omdat ik dus veel beroepen had, had ik het dus druk. Maar met een goede planning kom je een heel eind. En met natuurlijk de juiste mensen om je heen.'

Waarom schrijf je?

'Dat is een simpel antwoord voor mij. Ik kan namelijk in boeken alles kwijt. Mijn verdriet, mijn woede, mijn pijn, mijn blijdschap, kortom: al mijn emoties. Ook kan ik fijn afleiding zoeken als ik schrijf.'

Hoe ben je op het boek De passievrucht gekomen?

'Ik had een vriend, en die vriend was onvruchtbaar. Net zoals Armin Minderhout in dit boek. Mijn vriend had ook een overleden vriendin, waarmee hij samen geen kind had gekregen. Hij kreeg een nieuwe vriendin, waarmee hij wel graag kinderen wilde omdat zijn vriendin en hij er eerst niet aan toe kwamen. Na vele pogingen zijn ze naar het ziekenhuis gegaan en kwamen ze erachter dat hij onvruchtbaar was. Naar aanleiding daarvan heb ik het boek geschreven. Ik leefde namelijk zo mee met mijn vriend, dat het me dagenlang bezig hield.'

Wat voor informatie moest je zoeken voor De passievrucht? Waar heb je onderzoek naar gedaan?

'Natuurlijk heb ik mijn vriend gebruikt als informatiebron. Hij verwees mij door naar het ziekenhuis, omdat ze daar informatie hadden in boekjes over de precieze onvruchtbaarheid. Ik heb veel biologen gesproken omdat de hoofdpersoon, Armin Minderhout, een beroep had waar hij werk moest corrigeren over iets biologisch. Hij beschrijft in het boek ook sommige dingen en daarvoor moest ik dus die biologische dingen weten. Ik heb nergens onderzoek naar gedaan omdat ik alles aan mijn vriend kon vragen, bijvoorbeeld bepaalde emoties. Ik heb mijn vriend ook het boek als eerste laten lezen zodat hij nog een feedback kon geven en ik het dus wellicht nog kon veranderen.' 

Heb je een favoriete personage in het boek De passievrucht?

'Alwin Minderhout is natuurlijk de hoofdpersoon. Ik heb het boek dus wat anders geschreven dan dat het bij mijn vriend ging. Armin krijgt dus te weten dat Monika is vreemdgegaan. Omdat hij onvruchtbaar was en nooit kinderen heeft kunnen krijgen, wist hij zeker dat Monika was vreemdgegaan. Maar ja, met wie? Dat ging hij uitzoeken in de loop van het boek. Omdat ik zo heb meegeleefd met mijn vriend, en dus ook met Armin, is hij mijn favoriete personage.' 

woensdag 28 januari 2015

Verwerkingsopdracht 3 - Terug naar de kust




Boek: terug naar de kust
Schrijfster: Saskia Noort

Mening over dit boek: 
Ik heb dit boek vorig jaar gelezen toen ik voor de eerste keer in havo 4 zat. Ik vind het wel een leuk boek. Leuker dan het boek van verwerkingsopdracht 2, echte mannen eten geen kaas. In dat boek zat veel drama waar ik niet bepaald veel van houd. Net zoals het eerste boek is dit een literaire thriller, iets waar ik in de laatste paar jaren meer ben van gaan houden. Het is een spannend en leuk boek waardoor ik het boek snel had uitgelezen. 

Samenvatting:
Als Maria zwanger blijkt te zijn van haar derde kind, besluit ze in haar eentje het te laten weghalen. Ook verbreekt ze de relatie met de vader. Vlak hierna wordt ze bedreigd met de dood vanwege haar gepleegde abortus. Steeds meer aanwijzingen wijzen haar op het kindje en vroeger, waar ze het liefst nooit meer naar om kijkt. Met de dreigbrieven stapt ze naar de politie, maar die kan weinig doen. Alles wijst erop dat Maria's ex de dader is. Ze besluit bij haar zus Ans een tijdje onder te duiken die nog steeds aan de kust woont. De bedreigingen blijven doorzetten en meerdere mensen beginnen aan haar geestelijke gezondheid te twijfelen. Ze denken dat Maria zo wordt als haar moeder vroeger was: gestoord. Zij weet zeker dat dit niet zo is, en probeert dit te bewijzen. 

Ze wordt gebeld door de politie, die vertelt dat haar huis is afgebrand. Ze ontmoet een man waarbij ze haar hart kan luchten. Zijn naam is Harry Meninga. Ze gaan samen op onderzoek uit in het kantoor van Maria’s zwager Martin. Hier worden Harry en Maria beiden neergeslagen.

Als ze wakker wordt, ligt ze vastgebonden aan een bed. Ze ziet haar zus Ans haar pillen en injecties geven. Ans vertelt haar dat ze Martin en Harry heeft vermoord en sleept haar mee naar de kust. Omdat Maria injecties gehad heeft, kan ze weinig tegenstribbelen. Ze beweert Maria te gaan vermoorden en pakt een pistool. Gelukkig is de politie er snel bij en wordt Ans opgepakt. Maria wordt opgehaald met de ambulance.

Als Maria wakker wordt vertelt rechercheur Victor waarom Ans haar wilde vermoorden. Martin en Ans konden geen kinderen krijgen. Ans heeft dit altijd heel erg gevonden. Ze kwam er achter dat Maria een abortus had gepleegd. Ze was kwaad en begon haar zus te bedreigen en uiteindelijk was ze voor plan haar te vermoorden. Ans heeft het Maria nooit vergeven dat ze abortus heeft gepleegd. Aan het einde van het boek zit Ans nog steeds in de gevangenis.

Deze samenvatting komt van: http://www.scholieren.com/boekverslag/69399

Opdracht:
Omdat ik dit boek vorig jaar had gelezen en ik er al een verwerkingsopdracht bij had gemaakt, gebruik ik die verwerkingsopdracht. De verwerkingsopdracht van vorig jaar lijkt veel op die van dit jaar, namelijk: Perspectief

Perspectief: ik-perspectief.
Effect perspectief: alles wordt vanuit de ik-persoon verteld waardoor het verhaal 'eigen' wordt, en je medelijden gaat krijgen met de hoofdpersoon.
Mening perspectief: goed gekozen, zo leef je alleen maar mee met de hoofdpersoon. Als je bijvoorbeeld een alwetend perspectief had gehad, dan wist je alles van de personen en dat maakt het boek minder spannend. Goede keuze van de schrijver dus.

In deze samenvatting heb ik het perspectief geschreven uit Ans. Ans is de zus van Maria. Maria is in het boek de hoofdpersoon.

Zo, de kaart geschreven en verstuurd. Hoe zou Maria dit vinden? Natuurlijk heb ik de kaart anoniem geschreven, ze hoefde namelijk echt niet te weten dat ik, Maria haar zus, de kaart had geschreven. Maria moest maar eens goed weten dat abortus plegen de grootste fout van haar leven was! Dagen erna deed ik hetzelfde, nog een kaart sturen. Foto’s van ongeboren baby’s, perfect. Oh ja, een dode rat kan ook nog wel. Even een angstaanjagende tekst erbij zetten, en klaar.
Ik wilde dat Maria zich nog meer schuldig zou voelen, dus sloop ik midden in de nacht bij haar naar binnen, deed een belletje met haar telefoon, en Maria zou het wel merken de volgende ochtend. Ik had een begrafenisondernemer gebeld, gezegd dat Maria dood was gegaan. Ik had gebeld uit naam van Petra Vos. Maria moest natuurlijk weten dat dit niet klopte, want onze moeder was allang overleden! Maria zal vast naar de politie zijn gegaan, bang, maar ook moedig kind dat ze is (pagina 45). Ze woont in Amsterdam en heeft 2 kinderen. Wolf en Merel. 2 schatten van kinderen, althans, dat denk ik. Ik heb ze al zo lang niet meer gezien. Maar Maria, tja Maria, die kan ik dus echt niet uitstaan.
Abortus laten plegen. Weet zij wel niet hoe moeilijk het soms kan zijn kinderen te krijgen? En Martin, mijn vriend… Wat een klootzak! Volgens mij heeft ie een ander. Alleen maar omdat ik geen kinderen kan krijgen.. Hij moest eens weten! Ik zal vanavond even goed met hem praten. Na zijn verhaaltje te hebben gehoord, pakte ik een kandelaar en sloeg hem. Hij liep gillend en poedelnaakt naar buiten. Ik deed de deuren op slot. Eikel dat het is! Blijf maar lekker buiten, dacht ik.
Hij had dus wel een ander iemand. Volgende ochtend vond ik zijn lichaam. Morsdood. Ach, het went vanzelf, zo’n dood lichaam. Misschien kon ik Maria ook wel vermoorden. Maar dan moest ze eerst maar eens hierheen komen. Ik woonde in het huis van mijn ouders. Het mooie huis in de duinen. En het prachtige uitzicht op de zee. Mijn ouders zijn een aantal jaren terug overleden. Maria had haar huis gekocht in Amsterdam, met de erfenis van onze ouders. Ik praat amper nog met haar. Ze heeft een druk leventje. Ze zit in een band waarmee ze veel optreedt.
Maar ineens; mijn droom was uitgekomen. Ik kon Maria terugpakken. Ze stond voor mijn deur en wilde graag een tijdje komen logeren. Ik zal haar eerst veilig laten voelen. Zodat ik haar vertrouwen kan winnen. Maria was nieuwsgierig (pagina 77), ze vroeg naar mij en Martin. Heb haar maar gezegd dat hij naar een congres is. Ook haar kinderen moesten het hier fijn hebben. Ik heb medelijden laten zien. Ze moest hier blijven. Dus dacht ik, ik steek haar huis in de fik.
Zo gezegd, zo gedaan. Ik heb tegen Maria gezegd dat ik een dagje ga werken. Dat deed ik niet, ik ging eerst naar de politie toe. Ze hadden wat vragen voor me, over hoe het nu met Maria ging en zo. Daarna ben ik naar haar huis gereden, en de spotjes in de keuken aangedaan en wat gevaarlijke spullen vlakbij de spotjes neergezet. Die spullen konden dan exploderen. Die spotjes konden heel erg warm worden als ze te lang aan stonden. Zo, alles stond klaar om af te fikken. Ik reed weer rustig richting huis waar ik Maria en de kinderen aantrof.
De ochtend erna kreeg Maria een telefoontje, dat haar huis voor een gedeelte afgebrand was. Kom op, eventjes wat medelijden tonen. Ik heb Victor’s hulp maar ingeschakeld. Ja, ik kan wel eens hulpvaardig zijn (pagina 131). Maria heeft zichzelf namelijk helemaal in elkaar geslagen. Ik maak me maar zogenaamd zorgen om haar. Iedere dag haar medicatie in laten nemen, prima zo.
Maria wordt gebeld door de politie, om samen met haar haar afgebrande huis te bezoeken. Ik stel voor om mee te gaan, ik wil namelijk wel eens zien hoe het er nu uit ziet. Ze zal vast langer hier moeten blijven. Maar helaas, Maria vindt dat ze het alleen aankan en gaat met de auto naar Amsterdam. Als ze ’s avonds nog niet thuis is gekomen, heb ik bedacht met Victor, de psycholoog, dat Maria maar opgenomen moet worden. De politie, Victor, ik, we denken allemaal dat ze dit zelf gedaan heeft. Nou ja, ik weet dat ik iets gedaan heb. Daar weet niemand wat vanaf. Victor is met haar gaan praten en ze wil wel mee naar de kliniek.
Maar wat een kreng, ze vlucht, via het balkon. Ze wil helemaal niet naar de kliniek, wat ik heus wel snap. Ze is zelfstandig (pagina 187), want ze kan dit heus wel alleen aan. Ik vererger de situatie alleen maar, wat ook mijn bedoeling is. Maar, waar is Maria in godsnaam naar toe?
Maria is bij Harry. Als ik wordt gebeld of ik haar op kom halen, vertrouw ik de boel niet. Volgens mij is ze dicht bij ons huis. Ik rijd weg, maar na een paar bochten rijd ik terug. En mijn gedachten klopten: Maria en Harry zijn gewoon hier, bij ons huis. Ik zie Harry naar buiten lopen, en sloeg hem. Heel hard. Zo, die is even weg. Misschien is hij wel dood. Maakt me geen moer uit. Ook Maria geef ik een klap. Na haar een klap te hebben gegeven, neem ik haar mee naar binnen, sluit haar op en bind haar vast. Ik knip haar haar eraf, want ze heeft luizen. Maria blijft maar vragen naar de kinderen, wat ik met hen had gedaan. Ze wilde ze beschermen (pagina 220). Ook het haar van de kinderen heb ik eraf geknipt. Victor komt nog eventjes langs, te vragen hoe het met me gaat. Nu is het genoeg geweest. Ik heb me lang genoeg ingehouden. Ik was best volhoudend, al zeg ik het zelf (pagina 221). Dat kreng. Maria moet dood. Ze neemt haar medicatie ook niet, kwam ik achter. Ik neem haar mee naar de duinen, met een geweer bij me. Ik weet het, ik ben erg agressief en strijdlustig. Maar dat was mijn moeder ook (pagina 225).
Maria weet zich te verdedigen en was vrij rustig (pagina 227). Maria weet het geweer te grijpen. Ik loop met haar mee naar huis, want ze houdt me onder schot. Na nog een gevecht thuis, komt Victor binnen. Alles valt op zijn plek. Ik ben erbij. Het is gebeurd. Maria heeft de strijd gewonnen, en weet dat ik er achter zit. Ook de politie heeft een erge fout gemaakt, en niet te vergeten Victor. Die heeft gefaald. Maar nu weet iedereen, dat ik heb verloren en dat ik de stalker van Maria was. De strijd is voorbij…


donderdag 13 november 2014

Verwerkingsopdracht 2 - Echte mannen eten geen kaas


Boek: Echte mannen eten geen kaas
Schrijfster: Maria Mosterd

Mening over dit boek:
Dit boek vond ik minder leuk dan het eerste boek wat ik gelezen heb, De Reünie. Dat komt omdat in dit boek heel erg veel drama zit. Dat maakt mij depressief. Maar ik wilde wel heel erg graag weten hoe het zou aflopen met Maria. Daarom las ik het boek snel uit. Het boek valt snel te lezen, er zitten geen hoofdstukken in. Het loopt aan 1 stuk door. Ik vind Maria, de hoofdpersoon, best wel een beetje dom. Ze leek in het begin van het boek best slim. Maar als ze dan ineens gaat spijbelen om bij Manou te zijn snap ik niet helemaal. Je gaat toch gewoon naar school? School ziet echt wel dat je er vet vaak niet bent, waarom belt school haar moeder dan niet op? Dat vind ik echt heel erg raar aan dit boek. Ook snap ik niet waarom haar moeder niks heeft gemerkt van het hele loverboy-verhaal. Het ging tenslotte 4 jaar zo door. Gelukkig heeft Maria de goede keuze gemaakt door naar India te vertrekken om Manou te vergeten. Al met al, het was wel een leuk boek om te lezen.

Samenvatting:
Maria, een meisje van 12 jaar woont in de stad Stenenmuur. Ze woont bij haar zusje en moeder. Op haar eerste schooldag fietst ze samen met haar beste vriendin Nikki naar de middelbare school. Daar aangekomen hebben ze de aandacht getrokken van een groep jongens rondom het parkeerterrein. Ze zien er rijk uit en hebben de muziek hard aan staan. Dan roept één van de jongens iets in de richting van Maria. Maar Maria is verlegen en loopt door zonder iets terug te zeggen tegen Manou. School vindt ze saai en thuis verveelt ze zich. Haar moeder werkt en haar zusje zit steeds achter de computer. Ze heeft wel een goede vriendin, maar ze wil meer. Ze fantaseert en vraagt zich af hoe het zou zijn, als een van die jongens haar vriendje zou zijn. De volgende dag komt ze aan op school en die jongen van gisteren zegt weer wat. Maria besloot om iets terug te zeggen. Vanaf die dag veranderde haar leven voor goed. Die jongen nam haar mee naar overal vreemde plekjes, ze gaat spijbelen en gaat steeds vaker met die jongen mee. Ze wilde spanning in haar leven en een vriendje. Wat ze vooraf niet wist, was dat bij de eerste keer toen ze mee ging al gaat leren blowen en seks gaat hebben met vreemde mannen. Ze werd ontmaagd en bedreigd: ze kon en mag niet stoppen. Manou slaat haar en chanteert haar en speelt met zijn mes. Ze was bang en had nooit gedacht dat hij zo zou zijn en dat hetgene wat zij verlangt haar grootste nachtmerrie zou worden. Wat heel onschuldig begon met een praatje en glimlach, breidde zich uit tot het toekijken hoe mensen in elkaar geslagen worden, meisjes ronselen, drugs dealen, reisdocumenten vervalsen, seks hebben met meerdere en verschillende mannen. Uiteindelijk beseft ze dan ook dat ze in de val zat van een loverboy. Maar ze kon niet dingen ongedaan maken of de werkelijkheid terugdraaien. Ze kon ook nergens hulp vragen. Zodra ze dat doet, dan zouden er hele erge dingen gebeuren met haar of haar familie, heeft ze begrepen. En wat zou haar moeder denken, als ze weet dat haar dochter in dit criminele circuit leeft. De gezondheid van Maria gaat achteruit, ze blowt en spijbelt te veel. Ze houdt van Manou, maar aan de andere kant mag zij hem ook niet. Hij doet soms heel aardig, maar het volgende moment dan verandert hij weer. Maria is verward. Ze kon het niet meer aan. Ze wilde niet meer gebruikt worden als neukvoer en wilde niet meer geld maken voor Manou. Ze huilt en rent weg en op school werd ze geroepen door de decaan. Ze vragen wat er met haar aan de hand is. Eerst wilde ze het niet vertellen, omdat, ten eerste, ze zich verlaten voelt door de mensen om haar heen en ten tweede mocht ze niks zeggen van Manou. Maar uiteindelijk wordt alles langzaam gelekt. Ze werd overal heen gestuurd om af te kicken en te revalideren in de samenleving. Maar overal bleek ze niet veilig te zijn. Ze denkt vaak aan Manou, ze voelt zich nog steeds als een slaaf van hem en wil bij hem zijn. Maar ze beseft ook dat ze alleen maar mishandeld wordt bij hem. Uiteindelijk heeft ze gekozen om naar het buitenland gaan, ver bij Manou vandaan.
Deze samenvatting komt van http://www.scholieren.com/boekverslag/67142 . Ik heb de samenvatting een klein beetje aangepast want er stonden een paar fouten in.

Opdracht (brief aan de hoofdpersoon):

Hoi Maria!

Wat een aangrijpend verhaal heb jij geschreven en meegemaakt. Ik heb respect voor je dat je zo lang in een circuit hebt gezeten. Ik zou dat niet kunnen. Maar ik had dat helemaal niet gedaan! Wat ben jij dom zeg. Ik had wel meer verwacht van jou, je leek mij in het begin slimmer. Niet naar school gaan, alleen voor toetsen. Dat slaat nergens op. Als ik jou was geweest had ik echt niet de keuze gemaakt om naar Manou te gaan. Manou is verkeerd bezig, dat kon je zo wel zien. Ik had ook nooit meegegaan met een jongen die ik niet ken. Ik zou hem eerst wel leren kennen, maar niet gelijk bij hem thuis! Omdat jij dus met Manou bent meegegaan, heb je eigenlijk een beetje de rest van je leven verpest. Je had best kunnen aanzien dat hij een loverboy is. Jammer dat je dat niet gezien hebt. Ik vond het wel goed dat je luisterde naar Manou. Anders had je denk ik allang dood geweest. Je had misschien beter direct aan je moeder kunnen vertellen wat je allemaal deed. Dan had zij naar de politie kunnen gaan en was je in bescherming gebracht. Je had Manou ook niet zo erg moeten geloven. Ik snap je wel hoor, je bent mega verliefd op een jongen en hij (misschien) ook op jou, maar dan zou ik wel heel erg aan jezelf blijven denken en niet alleen maar alles wat hij zegt doen. Je schrijft bijvoorbeeld dat je zelfs naar de wc gaat als hij dat zegt. Kom op zeg, dat doe je toch niet denk na! (Tenzij je ook echt naar de wc moet natuurlijk, dan is het logisch). Ik ben wel blij om te lezen dat hoe meer ervaring je krijgt in het loverboy gebeuren, hoe minder je seks moet hebben met jongens. Ik had verwacht toen ik het begin van het boek las, dat je ook echt heel veel en vaak met iemand naar bed moest. Dat was alleen in het begin zo. Ik had ook verwacht dat hoe langer je dat werk deed hoe meer je moest doen. Goed van je dat je luisterde naar Manou. Je laat wel zien dat je een hele goede vriendin bent door al zijn dingen op te lossen als hij in het buitenland zit bijvoorbeeld. Aan het eind van het boek lees ik meerdere keren dat je heel graag terug wilt naar Manou. Maar dan ineens weer niet, dan weer wel. Dat was verwarrend om te lezen. Je wist donders goed dat je niet terug wilde want je was bang voor hem. Dat snapte ik dus niet helemaal. Maar goed, gelukkig ben je wel slim geweest aan het einde van het boek, door te kiezen om naar India te gaan en een nieuw leven tegemoet te komen. Dat zou ik niet doen, ik zou naar de politie gaan en Manou aangeven en dan ergens anders gaan wonen. India zou ik een hele grote stap vinden maar ik vind het knap dat jij die stap aandurfde. Als je de dingen deed van wat ik verteld heb in deze brief, had je sneller van Manou en zijn jongens en natuurlijk de andere werksters af geweest. Oh ja, en de bladzijden na je hele verhaal over het loverboy-circuit hadden er eigenlijk niet in hoeven staan. Dat kwam op mij over dat je echt wilde bewijzen dat dit echt gebeurd was. Je stelde je daar echt aan, dat had je niet hoeven doen want ik geloof het verhaal zo ook wel. Ik vind jou boek een aangrijpend boek om te lezen. Ik zou het mensen niet zo snel aanraden want er zit veel drama in. Het las vlot, een prettig boek om te lezen.

Ik hoop dat je toch nog een fijn leven hebt, ondanks deze gebeurtenis.

Groetjes,



Gerrie van der Bijl